Psychologie & Agogiek

Mijn naam is Christian Frencken. Mijn Casus gaat erover dat moeder het moeilijk vindt om niet steeds toe te geven aan haar dochtertje als ze in de winkel begint met huilen en schreeuwen omdat ze een snoepje of cadeautje wilt met als opvoedthema grenzen stellen.

Het dochtertje is 3 jaar oud en zit volgens de theorie van Piaget in de pre-operationele fase. In deze fase gaat ze leren redeneren. Ze hoeft niet alles meer onder lijven te ondervinden. De taalontwikkeling speelt hier bijvoorbeeld een belangrijke rol. Een mooie link tussen agogiek en psychologie vond ik het behavioristisch perspectief, een kind leert door de reacties van de omgeving op zijn gedrag, hier horen we het transactioneel analysemodel in terug. Een voorbeeld hierin is bijvoorbeeld dat ze heeft geleerd dat als ze in de winkel begint met huilen of schreeuwen ze toch het snoepje of cadeautje van mama krijgt. Dit is dan ook weer te verklaren vanuit de theorie van Skinner over de operante conditionering. Het dochtertje wordt dan ook door moeder positief bekrachtigd. Ze heeft namelijk geleerd dat als ze begint met huilen of schreeuwen ze beloond wordt met een snoepje of cadeautje. Moeder vindt het dan ook lastig om hier haar eigen grenzen in aan te geven. Moeder betrekt haar dochtertje dan ook heel veel bij de opvoeding, er is hier sprake van een autoritatieve opvoedingsstijl die soms zelfs neigt naar een permissieve opvoedingsstijl. Tijdens de ontwikkelingsfase van het kind blijven dan ook natuurlijk de 4 basisdimensies (ondersteuning bieden, instructie geven, grenzen stellen en controle uitoefenen) een grote rol spelen. Maar gezien de toenemende intellectuele en sociale behoefte wordt in deze periode ook een steeds groter beroep gedaan op informatie en uitleg. Het is dan ook belangrijk dat je als opvoeder hierin meegaat, door uitleg te geven over wat hoort, wat moet en wat mag en over hoe de dingen in elkaar zitten. Eigenlijk staat deze periode misschien wel beter bekend als de ‘waarom’ fase. Ook heeft zo elke ontwikkelingsfase zijn eigen veel voorkomende normale problemen, voor deze fase zijn dat bijvoorbeeld: koppigheid, driftbuien, ongehoorzaamheid, druk gedag en agressie. Die driftbuien en koppigheid zien we dan ook terug in mijn casus en kijkend vanuit mijn opvoedvraag zie ik dus een mooie koppeling met de opvoedingsstijl, ontwikkelingsfase waar het dochtertje zich in bevindt en de psychologische perspectieven die daarbij horen.